Hieronder staan de oefeningen die je met je puppy kan gaan doen. Maar ook met de jongere honden die geen training hebben gehad en die de basis nog niet (goed) kennen.
Doe niet alle oefeningen op 1 dag, kies er 2 of 3 uit en doe deze maximaal 3 x per dag 5 minuten.
Overvraag je hond niet, geeft de hond duidelijk aan niet meer te willen dan stop je met de oefening. Je bouwt een pauze in of je probeert een andere oefening.
Inchecken uitbreiding
Zoals je bij de puppyoefeningen kon lezen is het inchecken op naam heel belangrijk. Deze oefening blijft belangrijk voor de hond, ongeacht de leeftijd.
Deze uitbreiding doe je dus als de basis erin zit.
- ga met je armen wijd staan
- in beide handen heb je een voertje
- noem de naam van de hond
- kijkt hij naar je gezicht? zeg je GOED ZO
- je beloont vanuit links of rechts
- dit wissel je steeds af
- de hond weet zo niet waar het voertje vandaan komt
- zo maak je het uitdagender en afwisselend voor de hond
LET OP: beloon alleen als hij ook echt naar je gezicht kijkt, kijken naar je hand is niet voldoende!
Alleen oogcontact levert hem een beloning op.
Naast
De naast is de begin positie voor een wandeling.
Als je de riem en halsband om hebt gedaan bij de hond, zeg je naast en vanuit daar ga je lopen.
Doel: de hond leert dat je pas gaat wandelen als hij naast de baas is en de baas zegt dat we gaan wandelen. Hiermee voorkom je een stuiterende hond die alle kanten op springt en rent op het moment dat de riem en halsband omgaan.
- sta voor je hond
- doe een voertje voor zijn neus
- maak een kleine draai naar links of rechts (waar wil je de hond hebben?)
- maak de bocht niet te groot maar ook niet te klein. De hond moet de bocht goed kunnen maken, fysiek gezien
- hou het voertje op knie hoogte van jezelf
- als de hond naast je staat (zitten hoeft niet gelijk)
- NAAST, GOED ZO en belonen
LET OP: maak de draaibeweging niet te snel, als je dat doet zal de hond niet volgen of juist wild worden.
Langzaam rondje maken en deze breed genoeg maken voor de hond om te volgen
De hond hoeft niet gelijk te zitten met de naast. Wil je dat wel?
Dan doe je het voertje – op het moment dat hij naast is – wat omhoog en iets naar achteren. Dan zal de hond gaan zitten.
Dit hoef je niet te benoemen.
Touch
Deze oefening, de touch (aanraken in engels) is erg handig om je hond die helpende hand te bieden bij iets dat spannend is.
- doe een voertje tussen je ringvinger en middelvinger
- hou je hand scheef ten hoogte van de hond
- als hij met zijn neus je hand aanraakt zegt je TOUCH en mag hij het voertje hebben
- ook hier geldt, zeg het commando pas als hij het daadwerkelijk doet
- als hij het kent, mag je het voertje weglaten tussen je vingers
- als hij dan je hand aanraakt zeg je TOUCH en beloon je met je andere hand
LET OP: commando pas zeggen als hij het doet, en je hand niet te hoog houden
Je kan deze gebruiken als je hond tijdens een wandeling een bruggetje niet over durft, of een schelpenpad. Maar op deze manier krijg je hem ook op de tafel bij de dierenarts. Jouw hand aanraken levert een beloning op en is veilig voor de hond.
Plaats
De plaats, een oefening die handig is omdat je je hond naar zijn plek kan sturen tijdens het eten, of als er bezoek is en de hond wil overal bij zijn.
Bovendien biedt het de hond rust als hij weet waar zijn plek is.
- leg een matje of riem neer als markering van zijn plek. Dit kan elke keer iets anders zijn, het gaat om het commando niet om het voorwerp / object.
- wijs met je hand naar de plaats, als hij erop gaat zeg je PLAATS, GOED ZO en ga je belonen
- ook hier benoem je dus het commando, op het moment dat hij het doet
- dan laat je hem er weer af gaan en doe je het nog een keer.
- UITBREIDING: iets verder weg lopen bij het matje vandaan, samen met de hond erheen lopen en als het commando er goed in zit, wijs je naar het matje en zeg je PLAATS. Maar dit doe je alleen als de hond het commando kent
LET OP: gebruik je hand als aanwijzing om het matje aan te wijzen. Om aan te leren zeg je het pas als hij het doet, als hij het kent zeg je het op voorhand.
Hoog & Laag
De hoog en de laag oefening is er om je hond te leren het verschil tussen die 2 te kennen.
Bij hoog mag hij ergens op, zoals de tafel bij de dierenarts of de trimmer, of thuis op de bank. De laag is er om de hond aan te leren dat hij niet tegen mensen aan mag springen.
Om de basis aan te leren:
- pak een ton of krukje
- pak een voertje en hou deze voor de neus van de hond
- haal je hand richting de ton en hou deze op neushoogte van de hond, iets over de ton en dan iets naar boven
- als de hond het voertje volgt, zal hij op een gegeven moment snappen dat hij door op de ton te staan met de voorpoten, bij het voertje kan
- als hij dit doet zeg je – als hij met de poten hoog is – HOOG goed zo en belonen
- pak gelijk het volgende snoepje. Hou deze weer voor de neus van de hond, haal je hand richting de grond en als hij naar de grond gaat zeg je LAAG, goed zo en belonen
LET OP: doe dit langzaam als je te snel je hand beweegt naar boven, zal de hond of op de ton springen, of er om heen lopen om bij het voertje te komen. Langzame bewegingen dus!
Let ook op je timing! Hoog zeg je als hij hoog is, laag zeg je als hij laag is. Dus niet eerder of later.
Uitbreiding Blijf met stoel
De uitbreiding van de blijf oefening, zoals beschreven bij de puppy oefeningen.
- pak een stoel of een krukje
- laat de hond naast of voor je zitten
- sta op zeg BLIJF en blijf even staan
- als de hond blijft zitten, ga je zitten zeg je GOED ZO en belonen
- doe het eerst een paar keer zo
- daarna kan je een uitstap maken naar links of rechts
- sta op, zeg BLIJF, doe een stap opzij, stap terug, ga zitten en zeg GOED ZO en belonen
Deze oefening kan je uitbreiden, door steeds een stapje verder te doen, of een rondje te lopen om de stoel.
LET OP: 1 x duidelijk het commando BLIJF zeggen, niet vaker. Blijf rechtop staan als je wegloopt, straal zekerheid uit. Als jij er vertrouwen in hebt dat de hond blijft, dan blijft hij
Let goed op de lichaamstaal van de hond, je kan aan zijn lichaamstaal zien of hij gaat opstaan of niet. Zo ja, kan je op afstand zeggen NEE BLIJF.
Links & Rechts
Als je in het bos loopt en de hond loopt vooruit, en je nadert een “kruispunt” dan kan je je hond op afstand zeggen links of rechts te gaan.
Belangrijk bij deze oefening:
De hond staat NAAST jou, dus niet tegenover jou. Zou je de oefening doen als de tegenover je staat en je zegt RECHTS, is het voor de hond namelijk zijn LINKS.
Dus de hond staat naast je (zie filmpje).
Hou een snoepje voor de neus van de hond.
Maak om een pion (of iets anders) een bocht en als de hond volgt zeg je op het moment dat hij de bocht maakt LINKS of RECHTS
Oefen eerst een paar keer de LINKS en daarna pas de RECHTS.
Als je beide om en om doet, kan het ingewikkeld worden voor de hond.
LET OP: je zegt het commando pas als hij de bocht maakt.
Succes!
De reeks
Dat is niet de naam van de oefening, maar dit zijn 2 of 3 oefeningen achter elkaar.
Dit kan je dus alleen maar doen als bepaalde commando’s er goed in zitten. Donna laat op het filmpje zien de reeks Blijf en Wacht.
Maar dit kan je ook doen met de ZIT en AF. Of de Af en BLIJF.
Belangrijk is wel dat als je een reeks gaat doen, dit in kleine stapjes te doen. Ook al zitten de commando’s goed in het systeem van de hond.
Achter
Handig als de hond eerst de naast kent, dan kan je de achter gaan oefenen.
De achter kan je inzetten als je bijvoorbeeld op een smal pad loopt en een tegemoet komende wandelaar, of fietser niet uit de weg kan gaan.
Dan zet je je hond achter je neer en kan je elkaar passeren.
Het is ook een veilige positie voor de hond, achter de benen van de baas.
- hou een snoepje voor zijn neus
- maak een draai, net zoals je bij de naast doet, maar dan stop je niet naast je maar achter je, bij je billen ongeveer
- als de hond achter je zit, zeg je ACHTER
- wil je perse dat je hond gaat zitten dan hou je, op het moment dat hij achter je is, het voertje wat omhoog richting je rug en zal hij gaan zitten
- gaat hij dan springen? dan moet je het voertje iets lager houden
Wachten uitbreiding
Nog even de basis herhalen:
– hond zit voor je
– je zegt 1 x wacht
– loopt een paar passen naar achteren
– je roept de hond
Belangrijk: zeg 1 x wacht, niet vaker. Na de wacht volgt altijd een ander commando (hier, kom maar, toe maar, eten) enzovoort.
Hier wat filmpjes waarbij je de wacht nog meer kunt inzetten.
De wacht is perfect om te gebruiken tijdens de eetmomenten.
Hiermee voorkom je dat de hond de bak uit je handen slaat, of al gaat eten terwijl je de bak nog niet eens hebt neergezet.
Op het 3e filmpje zie je dat Djiz het lastig vindt om te wachten.
Dan zet je dus niet de voerbak neer, maar pak je deze weer op.
Je zegt nogmaals wacht en zet de bak weer neer. Lukt het nog niet? Dan pak je de bak weer weg.
De hond leert hierdoor dat het voer alleen voor hem/haar is als ze ook
echt blijven wachten.
Handgebaar zit
Honden begrijpen heel goed als je handgebaren maakt.
Deze kun je simpel aanleren, maar vergt wel geduld.
Je koppelt het handgebaar eerst aan het commando, dus je zegt het commando en doet tegelijkertijd het handgebaar.
Op deze manier gaat de hond linken leggen tussen het commando en jouw handgebaar.
Pas na een paar keer goed oefeningen kun je kijken of je het commando weg kunt laten, dus je zegt het niet meer maar gebruikt alleen het handgebaar. Doet de hond de oefening niet, dan weet je dat je te vroeg het commando hebt weggelaten en zeg je het er een paar keer bij.
Hierbij het gebaar voor de oefening ZIT.
Je maakt van je hand als een ware een kommetje wat je van onder naar boven beweegt.
Handgebaar af
Het aanleren van het handgebaar af gaat op dezelfde manier als de zit.
Je zegt het commando bij het handgebaar en pas als je denkt dat de hond het doorheeft kun je het commando weglaten.
Vaak doe je de AF gekoppeld aan de zit, dus je kunt de handgebaren ook koppelen. Eerst het gebaar voor de zit en daarna voor de af, zoals Steef op het filmpje doet.
Handgebaar blijf
Ook bij het handgebaar van de oefening blijf moet je deze eerst weer koppelen aan het commando BLIJF.
Deze moet de hond dus wel eerst kennen, voordat je er een handgebaar aan gaat koppelen.
Het handgebaar voor de blijf is je hand zijwaarts aan de zijkant van je lichaam houden.
Zie hieronder hoe Donna met Skye de blijf doen, nadat Skye eerst het handgebaar ZIT heeft gekregen.
Handgebaar wacht
Ook bij deze oefening koppel je het commando aan het handgebaar voordat je alleen het handgebaar kunt gebruiken.
Het handgebaar voor de oefening wacht is het STOP gebaar.